Het Centre for Information and Research on Organised Crime (CIROC) organiseert  een discussiebijeenkomst over:

 

Zin en onzin van omvangschattingen van de schade en impact van georganiseerde criminaliteit

 

Vrijdag 9 november 2018, 14.30-16.30 uur, inloop vanaf 14.00 uur

Universiteit Utrecht – Molengraaff-zaal (zaal 4A-24/30) – Newtonlaan 201 – 3584 BH Utrecht

 

Het rapport dat onlangs verscheen van een onderzoeksgroep onder leiding van Pieter Tops en Edward van der Torre over de productie van en handel in synthetische drugs heeft het nodige stof doen opwaaien. Het hoofdstuk dat in het bijzonder de aandacht trok, bevatte de resultaten van een omvangschatting van de omzet die jaarlijks in deze illegale markt zou worden gegenereerd. De onderzoekers kwamen uit op een jaaromzet van 18,9 miljard euro in deze branche en in mediaberichten naar aanleiding van de publicatie werd niet geschroomd om te vermelden dat deze omzet die van enkele multinationals overtrof.

 

Duizelingwekkende cijfers in criminologische rapporten over gegenereerde opbrengsten, omzet en winsten van criminele netwerken zijn niet nieuw. Werd de omzet van de hennepteelt in Tilburg in 2014 nog geschat op 800 miljoen, in 2016 werd al gesproken over 1,5 tot 2 miljard op jaarbasis. In 2006 kwam uit een onderzoek van Brigitte Unger et al. naar voren dat er in Nederland 8 miljard euro per jaar gegenereerd werd uit criminele activiteiten. De hoeveelheid in Nederland witgewassen geld zou volgens diezelfde onderzoekers 18 tot 25 miljard euro op jaarbasis bedragen. Binnenkort verschijnt een nieuwe omvangschatting van het witwasprobleem.

 

Het staat buiten kijf dat de bovengenoemde getallen hun uitwerking niet hebben gemist in de politieke en bestuurlijke arena. Wie na het horen van deze magische cijfers de ernst en omvang van het probleem van georganiseerde criminaliteit en ondermijning nog durft te relativeren, wordt niet serieus genomen. Maar laat de omvang van complexe en veelal onzichtbare problemen zich wel zo eenvoudig berekenen als de onderzoekers suggereren? Wat is de wetenschappelijke waarde van dit soort omvangschattingen. En wat is de beleidsmatige waarde? Moeten onderzoekers zich eigenlijk wel lenen voor dit soort exercities, waarvan op voorhand vaststaat dat de politiek en het beleid veel belang hebben bij zo hoog mogelijke uitkomsten?