Het Centre for Information and Research on Organised Crime (CIROC) organiseert op woensdag 30 maart 2016 een seminar onder de titel:

De onderste steen boven? Dilemma’s rondom waarheidsvinding in georganiseerde misdaadzaken

Georganiseerde criminaliteit is in meer dan één opzicht een ongrijpbaar fenomeen. Het is slecht zichtbaar omdat de betrokkenen er alles aan gelegen is om illegale (handels)praktijken aan het zicht van opsporing en toezicht te onttrekken. In ons streven om ‘de’ waarheid over ernstige vormen van misdaad aan het licht te brengen maken we gebruik van tal van klassieke en innovatieve methoden. In toenemende mate wordt door middel van deals, kroongetuige-, clementie- en klokkenluidersregelingen geprobeerd om mensen uit de werk- en sociale omgeving van hoofdverdachten belastende verklaringen over vermeende delictplegers te ontlokken. Waarheidsvinding is daarmee in een aantal opzichten verworden tot handelswaar. Insiders die melden kunnen op een tegenprestatie rekenen. De vraag is hoe ver we moeten gaan bij het in het vooruitzicht stellen van beloningen in de sfeer van immuniteit, strafvermindering of het aanbieden van geld. Willen we de kant op van de VS waarin een melder al aanspraak kan maken op een deel van de boete of herstelbetaling die een bedrijf moet doen in geval van een veroordeling voor fraude? Zetten klokkenluiders- en meldsystemen eigenlijk wel de juiste mensen tot melden aan? Hoe waardevol is hun informatie eigenlijk? Is strafrechtelijke waarheidsvinding wellicht te beperkt om zicht te krijgen op bepaalde aspecten van georganiseerde criminaliteit (zoals dreiging en toepassing van geweld) of bewijst de strategie in het Passageproces (het inschakelen van de zussen-Holleeder en een ex-vriendin) het tegendeel?

Gedurende het eerste deel van het seminar staat het proces van waarheidsvinding centraal. In het tweede deel ligt de nadruk op de vraag op welke wijze in het kader van waarheidsvinding en een geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit van de diverse informatiestromen gebruik wordt gemaakt. Hoe voorkomen we dat de waarheidsvinding gebukt gaat onder tunnelvisie? Zijn de maatregelen die in het verleden zijn getroffen, zoals de organisatie van tegenspraak, afdoende gebleken? En zijn de criminaliteitsanalyses en dreigingsbeelden die door de Regionale Inlichtingen- en Expertise Centra (RIEC’s) worden opgesteld voldoende geënt op de informatie die bij de partners beschikbaar is rondom bepaalde fenomenen? Bieden ze ook voldoende houvast aan bestuur, politie, OM en fiscus om – gezamenlijk of alleen – gericht actie te ondernemen?